Provinciale Statenverkiezingen 2007
De Provinciale Statenverkiezingen, die op 7 maart plaats vonden, werden als een eerste graadmeter van de populariteit van het nieuwe kabinet beschouwd. Niettemin hielden de meeste partijleiders zich op de achtergrond, behalve SP-leider J.G.C.A. Marijnissen en VVD-leider Rutte. De PvdA deed wel met een landelijk team (‘PvdA-roodshow’) alle provincies aan.
De uitkomst van de Statenverkiezingen zou als consolidatie van de verschuivingen van november 2006 kunnen worden geduid (zie tabel). De verliezers van toen – CDA, D66, PvdA en VVD – verloren opnieuw, in meer of mindere mate. De ChristenUnie, Partij voor de Dieren (PvdD) en SP boekten opnieuw winst. De PVV, die in november met negen zetels de Kamer binnen was gekomen, nam niet aan de Statenverkiezingen deel – waarmee zij mogelijk de VVD verlies bespaarde. De liberalen gingen nu slechts licht in stemmental achteruit (0,4 procent). Provinciale partijen die al in de Staten vertegenwoordigd waren, zoals de Fryske Nasjonale Party (FNP) en de Partij Nieuw Limburg (PNL), leden verlies. In Drenthe verdwenen de Onafhankelijke Partij Drenthe (OPD) en Drents Belang (DB) helemaal uit de Staten. Nieuwe provinciale partijen rukten echter op in Noord-Brabant en Utrecht. De LPF verdween uit alle Staten. Vooral voor de kleine partijen maakte de vermindering van het totaal aantal zetels in de Staten (van 764 naar 564) het leven moeilijker. Overigens betekent deze vermindering dat een vergelijking met het in 2003 behaalde zeteltal lastig is.
In Limburg ontstond enige deining rond de Partij voor de Jongeren, die niet aan de verkiezingen mocht deelnemen omdat zij ondersteuningsverklaringen vervalst zou hebben. De partij noemde de beschuldiging ‘smaad’.
Christen-democraten en sociaal-democraten bleven ondanks hun verliezen dominant in de provinciale besturen. Alleen in Zeeland hield een coalitie van CDA, ChristenUnie, GroenLinks en SGP de PvdA buiten de deur. De VVD kon in Drenthe, Flevoland, Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Brabant gedeputeerden leveren. De grote winnaar, de SP, slaagde daar nergens in.
tabel uitslag Provinciale Statenverkiezingen 2007
|
2003 |
2007 | ||
|
% |
zetels |
% |
zetels |
CDA |
28,0 |
222 |
25,0 |
151 |
PvdA |
24,1 |
198 |
17,9 |
114 |
VVD |
18,5 |
138 |
18,1 |
101 |
SP |
5,6 | 38 | 14,8 | 83 |
ChristenUnie/SGP |
6,4 | 50 | 8,7 | 52 |
GroenLinks |
6,9 |
51 |
6,2 |
32 |
D66 |
4,6 |
31 |
2,6 |
9 |
PvdD |
- | - | 2,6 | 9 |
FNP |
0,6 |
7 |
0,5 |
5 |
PVZ |
0,1 | 2 | 0,2 | 2 |
PNL |
0,3 |
2 |
0,3 |
1 |
Leefbaar ZH |
0,2 |
1 |
0,6 |
1 |
ONH/VSP**) |
0,2 |
1 |
0,5 |
1 |
Brabant Partij |
- |
- |
0,3 |
1 |
Mooi Utrecht |
- |
- |
0,2 |
1 |
PvhN |
0,2 | 2 | 0,2 | 1 |
LPF |
2,9 | 17 | 0,2 | 0 |
overige |
1,4 |
4 |
1,1 |
0 |
totaal |
100,0 |
764 |
100,0 |
564 |
opkomst |
47,6 |
|
46,4 |
|
*) In Noord-Holland en Noord-Brabant hadden ChristenUnie en SGP gezamenlijke lijsten ingediend; in Groningen, Friesland en Limburg nam alleen de ChristenUnie deel; in de overige provincies deden beide partijen mee.
**) Ouderenpartij Noord-Holland in combinatie met de Verenigde Seniorenpartij (VSP); laatstgenoemde partij nam in sommige provincies in andere combinaties of zelfstandig deel zonder daarbij zetels te behalen.
Bron: Kiesraad, Den Haag, 2007 (www.verkiezingsuitslagen.nl)
De uitkomst van de Statenverkiezingen zou als consolidatie van de verschuivingen van november 2006 kunnen worden geduid (zie tabel 1). De verliezers van toen – CDA, D66, PvdA en VVD – verloren opnieuw, in meer of mindere mate. De ChristenUnie, Partij voor de Dieren (PvdD) en SP boekten opnieuw winst. De PVV, die in november met negen zetels de Kamer binnen was gekomen, nam niet aan de Statenverkiezingen deel – waarmee zij mogelijk de VVD verlies bespaarde. De liberalen gingen nu slechts licht in stemmental achteruit (0,4 procent). Provinciale partijen die al in de Staten vertegenwoordigd waren, zoals de Fryske Nasjonale Party (FNP) en de Partij Nieuw Limburg (PNL), leden verlies. In Drenthe verdwenen de Onafhankelijke Partij Drenthe (OPD) en Drents Belang (DB) helemaal uit de Staten. Nieuwe provinciale partijen rukten echter op in Noord-Brabant en Utrecht. De LPF verdween uit alle Staten. Vooral voor de kleine partijen maakte de vermindering van het totaal aantal zetels in de Staten (van 764 naar 564) het leven moeilijker. Overigens betekent deze vermindering dat een vergelijking met het in 2003 behaalde zeteltal lastig is.
In Limburg ontstond enige deining rond de Partij voor de Jongeren, die niet aan de verkiezingen mocht deelnemen omdat zij ondersteuningsverklaringen vervalst zou hebben. De partij noemde de beschuldiging ‘smaad’.
Christen-democraten en sociaal-democraten bleven ondanks hun verliezen dominant in de provinciale besturen. Alleen in Zeeland hield een coalitie van CDA, ChristenUnie, GroenLinks en SGP de PvdA buiten de deur. De VVD kon in Drenthe, Flevoland, Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Brabant gedeputeerden leveren. De grote winnaar, de SP, slaagde daar nergens in.