Uit: P. Lucardie, M. Bredewold, G. Voerman en N. van de Walle,'Kroniek 2006. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 2006' in: G.Voerman (red.), Jaarboek 2006 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 2008), 15-104, aldaar 16-19.
gemeenteraadsverkiezingen 2006
Op dinsdag 7 maart konden burgers in 419 gemeenten een nieuwe gemeenteraad kiezen – in 39 gemeenten waren de verkiezingen op een andere datum gehouden wegens herindeling. De verkiezingen zouden normaliter op woensdag 8 maart plaatsvinden, maar die dag bleek minder geschikt omdat hij in protestantse kring als biddag voor gewas en arbeid gevierd wordt.
De meeste partijen begonnen medio januari campagne te voeren. Hoewel het om lokale verkiezingen ging, kregen ze onvermijdelijk een landelijk karakter. Niet alleen werden vaak op nationaal niveau de verkiezingsthema’s vastgesteld en de campagnes gecoördineerd, ook namen veel landelijke politici deel aan de campagne, waaronder zelfs minister-president J.P. Balkenende. Zijn partij, het CDA, had op 4 maart een bustournee voor landelijke kopstukken naar de vier grote steden georganiseerd. De politieke aanvoerder van de VVD, J.J. van Aartsen, had zelfs zijn politieke lot verbonden aan de uitslag van de lokale verkiezingen, zoals later zou blijken (zie verder in deze Kroniek onder VVD). Op 2 maart gingen de voorzitters van de zes grootste Tweede-Kamerfracties in Rotterdam met elkaar in debat, hetgeen werd uitgezonden in het televisieprogramma ‘Twee Vandaag’.
In 2006 kwam 58,6 procent van de kiesgerechtigden naar het stemlokaal, wat iets meer was dan in 2002. De PvdA werd algemeen als winnaar van deze verkiezingen beschouwd. Ze haalde ruim vijfhonderd zetels meer dan in 2002 (zie tabel). In 168 gemeenten was zij de grootste partij geworden, terwijl ze dat in 2002 slechts in 58 gemeenten was. Het CDA verloor ongeveer driehonderd zetels en vormde nog slechts in 102 gemeenten de grootste fractie – in 2002 was dat nog in 147 gemeenten het geval. De VVD ging veel minder achteruit – iets meer dan honderd zetels – maar kwam wel onder de grens van veertien procent die Van Aartsen zich gesteld had. Hij zag daarin aanleiding af te treden als ‘politiek aanvoerder’ (zie verder in deze Kroniek onder VVD). Ook de lokale partijen golden als verliezers. In 2002 waren ze in 138 gemeenten de grootste partij, nu nog in negentig. In totaal haalden ze ongeveer vierhonderd zetels minder dan vier jaar eerder. Echter lang niet alle lokale partijen leden verlies. Het waren vooral de ‘leefbaren’ die zetels in moesten leveren: Leefbaar Rotterdam verloor drie van de zeventien zetels, Leefbaar Hilversum vier van de negen en Leefbaar Utrecht zelfs elf van de veertien, terwijl Leefbaar Amsterdam zijn twee zetels kwijtraakte. Sommige nieuwe lokale partijen deden het daarentegen juist goed. Zo trok in Zoetermeer de Lijst Hilbrand Nawijn met vijf leden de raad in en won ook de Lijst Smolders in Tilburg vijf zetels – beide lijsttrekkers waren eerder lid geweest van de LPF. De LPF zelf won zetels in Den Haag, Duiven, Eindhoven, Spijkenisse en Westland. Afgezien van Nieuw Rechts, dat één zetel in de gemeente Ridderkerk won, slaagden andere nationalistische of extreem-rechtse groeperingen er niet in zetels te winnen. De Nieuwe Communistische Partij (NCPN) leed verlies en verloor de meerderheid in haar oude bolwerk Reiderland (waar ze van vijf naar twee zetels ging).
Succesvol waren hier en daar de partijen die de belangen van etnische en religieuze minderheden wilden behartigen, zoals de Islam Democraten en Solidair Nederland in Den Haag. De opkomst was onder deze minderheden hoger dan in 2002. De meeste partijen hadden meer kandidaten uit deze groeperingen opgesteld, zodat het aantal ‘allochtone’ raadsleden toenam van ruim tweehonderd tot ruim driehonderd. Overigens bleek uit een peiling dat de meeste kiezers van buitenlandse afkomst op inheemse Nederlanders stemden en slechts een minderheid – ongeveer veertig procent van de uit Marokko of Turkije afkomstige kiezers, twintig procent van de Surinaamse en slechts twee procent van de Antilliaanse kiezers – een stem uitbracht op een kandidaat uit de eigen groep.
tabel uitslag gemeenteraadsverkiezingen 2006 (in zetels en stempercentages)
|
2002 |
2006 | ||
|
% |
zetels |
% |
zetels |
PvdA |
16,0 | 1.360 | 23,5 | 2.058 |
CDA |
20,5 |
2.155 |
16,8 |
1.754 |
VVD |
15,8 |
1.475 |
13,7 |
1.255 |
CU |
3,1 |
279 |
3,6 |
635 |
SGP |
1,7 |
181 |
1,6 | |
GroenLinks |
6,1 | 410 | 5,9 | 417 |
SP |
2,8 |
143 |
5,7 |
333 |
D66 |
4,2 | 268 | 2,7 | 147 |
Overige landelijke partijen*) |
0,5 |
34 |
0,3 |
2.262 |
Lokale confessionele groeperingen**) |
1,6 |
135 |
1,2 | |
Lokale progressieve groeperingen |
2,8 |
272 |
***) | |
Onafhankelijke lokale partijen |
25,0 |
2.368 |
25,0 | |
Totaal |
100,1% |
9.080 |
100,0% |
8.861 |
*)In 2002 rekende het CBS onder de ‘overige landelijke partijen’ de Nieuwe Communistische Partij (NCPN), de Verenigde Communistische Partij (VCP), de Verenigde Seniorenpartij (VSP) en Nederland Mobiel. In 2006 werden door de Kiesraad hieronder slechts de NCPN, de Vooruitstrevende Integratie Partij (VIP) en de Lijst Pim Fortuyn (LPF) gerekend
**) In 2006 berekende de Kiesraad alleen de gezamenlijke lijsten van ChristenUnie en SGP, overige combinaties werden als lokale partijen beschouwd.
***) In 2006 werden de meeste progressieve combinaties door de Kiesraad aan de PvdA toegeschreven en verviel de rubriek ‘lokale progressieve groeperingen’.
Bronnen:
2002: Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen, 2003 (statline.cbs.nl/StatWeb)
2006: Kiesraad, Den Haag, 2007 (www.verkiezingsuitslagen.nl) (percentages)
2006: NRC Handelsblad, 8 maart 2006(zeteltallen)
N.B.: Anders dan het CBS in 2002 heeft de Kiesraad in 2006 niet de raadszetels per partij opgeteld. Dagbladen doen dit doorgaans wel, maar verschillen onderling enigszins in hun berekeningen. In de tabel zijn de cijfers van NRC Handelsblad opgenomen, die ook door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gebruikt worden. Vergelijkingen tussen 2002 en 2006 zijn hierdoor echter niet goed mogelijk. In de tekst beperken we ons derhalve tot een globale aanduiding van de zeteltallen.